Life, word-glazed, what-knot, and blind-note,
we cry in our houses, eat bread, and go on.
With arms outstretched we sleepwalk,
stealing light in our white night shirts.
In the middle of forgetting we remember
oddly, small dream snips, other selves abandoned.
Between wake and sleep we are sailing
with limbs and lips wide open, braced
for impact after the fall. We’ll make of it
what we will, in horror, in hilarity, behind
doors we latch every day to escape what snares us.
A wild bow to our meanness these winterhearts
thawing toward whatever good is possible in
a perpetual summer world. As night meets day
throw off the blanket, crack the window, dream on.
Today’s prompt was to create something based on a poem written in a language unknown to you.
I chose this from Dutch poet, Marjolijn van Heemstra–with gratitude :
VLAKTEMATEN
Liefde, wordt gezegd, gaat niet om buitenkant,
maar ik hou in eerste plaats van je lichaam.
Van je arm die ’s nachts als een slaapdronken
sjaal om mijn nek ligt, van de geur van je shirt
in de wasmand, het wegennet van lijnen die
verraden hoe je lacht, je smalle onderbenen,
twee masten op een schip van schoen,
je schuine voortand, je lippen, je tong daarachter
en verder weg je bas, het maakt niet uit wat je zegt,
ik hou van de klank van je woorden, waar ik
je lichaam in hoor, de holtes, de snaren,
je wijde bouw. Ik hou van de maan van je
wintergezicht en hoe goud je in de zomer wordt.
Ik hoef niet te weten wat er binnen gebeurt, ik lees
je vlaktematen, bereken daarmee draagkracht.
© 2020, Marjolijn van Heemstra
From: Reistijd, bedtijd, ijstijd
Publisher: Das Mag,